De bezetters van het Melkhuis zijn, in tegenstelling tot de bezetters van het Maagdenhuis, erg gesteld op het pand. Het is daarom dat zij enkele schilders hebben ingehuurd om alle kozijnen van een nieuw likje verf te voorzien. Om die reden staat het Melkhuis al enige dagen in de stijgers. Wellicht valt het daaraan te wijten dat de bezetters het niet door hadden toen de schilders stilletjes het spandoek van de gevel verwijderde. Hiermee lijkt er een einde te zijn gekomen aan de, verder vreedzame, bezetting.
Hoewel men misschien vermoedt dat de verwijdering van het spandoek om puur praktische redenen is geschied blijkt, na een interview met schilder John, niks minder waar. Het was welzeker een daad van verzet. John gaf de volgende verklaring:
“Dit is toch geen bezetting? De verwarming staat op vijf en de bezetters worden regelmatig van bier voorzien, ondertussen stapelt in de gangen de zooi zich op. Ik zie ’s avonds zelfs regelmatig jongedames het pand binnen gaan. We weten dat de bezetters allemaal mannen zijn dus ik kan niet anders vermoeden dan dat deze dames van lichte zeden de bezetters elke avond instoppen, een kus op het voorhoofd geven en nog even uit Das Kapital voorlezen tot ze in een vredige, zorgeloze slaap dommelen.
Ik wil graag benadrukken dat ik geen reactionair JOVD-lid ben dat fel tegen alle standpunten van deze bezetters ten strijde trekt. Zeker op het gebied van het Refterstandpunt ben ik het met hen eens. Ik was zelf een hardwerkende student Geschiedenis en heb, nadat ik cum laude afstudeerde, mij altijd volledig ingezet in de bouw en nu als schilder. Als historicus heb ik het dus behoorlijk ver geschopt en nu moet ik met lede ogen toezien hoe een interessante discussie verandert in een gepolitiseerd feestje van gemakzuchtige gelegenheidskrakers met brutale, kafkaëske eisen over urinoirs.
Ik vraag me af waar de tijd is gebleven van de provo’s – de tijd waarin Melkhuisbezetters zich nog ongedoucht en graatmager vastklampten aan hun idealen en zich niet bekommerden om een koud bed, een lege koelkast of matige Wi-Fi.
De tijd van het salonanarchisme is aangebroken: veilig een pand bezetten zonder dat dat al te ingrijpende consequenties heeft voor je studie of leven. Open brieven typen op je Macbook en na het schrijven van platitudes op spandoeken met een goede fles whisky in de kelder bijkletsen. De laffe stilte vanuit het universiteitsbestuur leidt ertoe dat de krakers werkelijk niets te vrezen hebben, er is geen enkele poging gedaan het Melkhuis te ontruimen.
In de jungle van slapende bezetters (mijn laatste bezoek was om tien uur ‘s ochtends, er waren op dat tijdstip een stuk of vier bezetters wakker, de rest sliep her en der in het pand, duidelijk geïrriteerd dat mensen durfden om op dat tijdstip voor geluidsoverlast te zorgen – er moet immers genoeg geslapen worden tussen het bezetten door) trof ik grote rommel op vrijwel elke gang. Onaanvaardbaar gedrag, zeker als het gaat om een pand met een monumentale, onschatbare waarde als het Melkhuis.”
Hoewel er vanuit de bezetters nog geen reactie is gekomen lijkt het erop dat zij zich moeiteloos schikken in hun oude rol als Melkhuisbewoners.