(Door: DO)
“De toiletten? Aan het einde van de gang linksaf.”
Toos was net lekker in het tweede seizoen van Designated Survivor gedoken toen ze weer eens met een domme vraag werd afgeleid. De WC moest ‘ie hebben. Vraag dan niks! Er hingen bordjes met pijlen, en mannetjes, en vrouwtjes, en een rolstoel, en zo’n figuur met een halve jurk want dat moest tegenwoordig. De komst van de half gejurkte pleefiguur was voor Toos een historische mijlpaal geweest. Niet omdat ze zelf transgender was (of een van de andere varianten uit de L.G.B.T.Q.I.A.S.P.-reeks), maar omdat dit een van de zeldzame momenten was dat ze daadwerkelijk werd geconfronteerd met maatschappelijke verandering.
Sinds 1978 werkte ze als receptioniste bij Papierfabriek Doetinchem B.V. En in die 39 jaar had ze heel weinig meegemaakt. De Iraanse Revolutie, de Falklandoorlog, de val van de Berlijnse muur, de val van Srebrenica, de val van de Twin Towers: niets van dit alles had ze zich aangetrokken. Irritant vond ze het, dat alle tv-uitzendingen bij zo’n gebeurtenis werden gedomineerd door het nieuws. Vanwege 9/11 had ze die dag GTST niet kunnen zien, wat haar ergerde omdat het weleens tijd werd dat Ludo en Janine gingen trouwen (het was immers 2001). De grote voordelen van het heden vond ze de abonnementen die ze had op Netflix, HBO, Amazon Prime en YouTube Red. Abonnementskosten: €46,- per maand voor het totale pakket. Maar voor dat geld had ze ook wel dichtgetimmerd dat ze helemaal niets van de buitenwereld hoefde te horen.
De garantie dat ze de hele dag niets anders hoefde te doen dan series kijken lag in de aard van haar werk. De Papierfabriek Doetinchem B.V. was sinds de jaren ’60 een vaste leverancier geweest van alle uitgeverijtjes en drukkerijtjes in de Achterhoek. Naarmate de jaren vorderde waren er steeds minder drukkerijtjes en uitgeverijtjes overgebleven. De bedrijven die bleven bestaan waren groter, en dat proces duurde voort totdat de fabriek maar één grote klant overhield: één enkele grote stabiele klant, die al het drukwerk van Oost-Nederland op zich nam. Met het verdwijnen van de verscheidenheid van klanten was ook het werk dat Toos te doen had zienderogen minder geworden. Moest ze begin jaren 2000 nog drie keer per dag de telefoon opnemen, en zes keer iemand richting de lift of de wc wijzen; zo moest ze in 2017 bij het zien van de directeur met krampachtige snelheid een dode telefoonhoorn tegen haar hoofd duwen zodat ze bezig leek. Toos hield dus alle tijd over voor haar geliefde series.
Soms merkte ze weleens wat van die buitenwereld. Recent had ze dus het genderneutrale toilet zien verschijnen, maar de laatste keer dat ze iets had zien gebeuren was alweer meer dan tien jaar geleden. De wijziging van de Tabakswet in 2004 regelde dat werknemers een rookvrije werkplek van hun baas mochten eisen. Eisen? Toos had er niet over gepiekerd. Ze zat daar goed in die gang. Het was in 2004 dezelfde gang als nu, en als in 1978. Ze zat daar in 2004 lekker, op haar iets te grote leren bureaustoel. Rechts van haar een non-descripte subtropische kamerplant in een bak met van die bruine bolletjes. Links van haar een grote glimmende chromen prullenbak en een kapstok. Boven haar een vergeelde TL-lichtbak. En voor haar een saai bureau van grijs kunststof en chromen poten, met daarop altijd drie dingen: een telefoon, een asbak en een flinke stapel Libelles en Privés.
De nieuwe Tabakswet was gekomen vlak na het vertrek van de directeur van de papierfabriek, Gerrit Klein Lubberdink sr. Zijn progressieve zoon, Gerrit Klein Lubberdink jr. wilde weleens laten zien dat hij een heel ander soort directeur was. Hij wilde “een frisse wind laten waaien” had hij gekscherend tegen Toos gezegd. Toos, die neusdiep in een Privé-artikel over het vroegere liefdesleven van Mabel Wisse Smit zat (het was immers 2004), had de grap niet begrepen, laat staan gehoord. De dag dat Toos op haar werk kwam en zag dat haar asbak was vervangen door een aloë-veraplantje was ze nooit vergeten. De dader, Gerrit jr., was ze ook nooit vergeten.
Sinds die dag in maart 2004 moest Toos elk halfuur naar het einde van de gang lopen om bij de buitenasbak een sigaret te roken. Gedisciplineerd wandelde ze iedere werkdag zo’n zestien keer naar de buitenasbak. Haar levensstijl, hoofdzakelijk zitten en roken, had haar in die jaren geen goed gedaan. Zomer of winter, regen of zonneschijn, na iedere wandeling van en naar de asbak kwam ze gutsend van het zweet terug. “Dit kan zo niet langer.” dacht Toos in de winter van 2007 – zwetend – bij zichzelf. Ze dacht hierbij voornamelijk aan het wandelen. Maar om niet meer te hoeven wandelen zou ze niet meer moeten hoeven roken. En daartoe zou ze haar enige andere kracht moeten gebruiken: haar zitvlees. De nieuwe strategie was: blijven zitten en nicotinepleisters plakken. Wie zou Toos nu kunnen verwijten dat ze niet met haar tijd mee ging?
Nadat in 2016 het genderneutrale toilet was geïnstalleerd, bij wijze van het plakken van een sticker met de figuur in een halve jurk naast dat van de figuur in de rolstoel, gingen de veranderingen wel erg snel voor Toos. De progressieve Gerrit jr. had bedacht dat de bedrijfscultuur moest veranderen: afdelingen werden zelfsturende teams, kantoren veranderden in flexplekken en Toos was niet langer receptioniste, maar “gastvrouw”. Als het nu alleen de naam van haar functie was die veranderde, had Toos er wel aan kunnen wennen. Maar nee, de telefoon moest weg, de Libelles moesten weg en haar roze laptop waar ze alle series op keek moest ook weg. Dit alles maakte plaats voor een hippe zithoek met een Nespresso-machine en een smartphone van de zaak voor Toos. “Of ze alle bezoekers een kopje koffie kon aanbieden terwijl ze wachtten op hun afspraken.” gaf Gerrit haar als taakomschrijving.
Als dit werken was, hoefde het van Toos niet meer. Maar iets anders vinden in je 59e levensjaar met een cv waar één opleiding en één werkgever op staat was zelfs na de crisis geen vanzelfsprekendheid. Net als in 2004 moest Toos zich nu weer aanpassen aan de nieuwe tijden. Het niet-roken had haar goed gedaan. Ze was iets sterker geworden; sterk genoeg om haar oude bureautje uit de kelder te slepen, de lift in, de gang door, en jawel: in het genderneutrale toilet te proppen. Ruimte was er genoeg, want het was eigenlijk een invalidetoilet. Bovendien werd het toilet nooit gebruikt, want dit was de Achterhoek. Je komt eerder een olifant tegen in de Ardennen dan een LHBT’er in de Achterhoek.
De moderne tijden maakten dat de technologie goedkoper was, en simpeler te gebruiken. Zelfs Toos was in staat voor weinig geld een handycam te kopen en het beeld door te schakelen naar haar laptopje. Zo kon ze vanuit haar nieuw ingerichte pleekantoor alles zien wat er op de gang gebeurde. Toos hoefde niet meer te staan, de orde was hersteld en Netflix draaide overuren.
Halverwege april 2017 zat Toos op de genderneutrale plee te Netflixen en Libelles te lezen. Ze was oud aan het worden, en lui: nog luier! Op de beelden van de handycam had ze gezien dat bezoekers van het kantoor zelf prima in staat waren om het Nespresso-apparaat te bedienen, en de smartphone die ze had gekregen was na een jaar nooit gebeld. Het is dat haar salaris maandelijks keurig werd gestort, anders had ze gedacht dat iedereen was vergeten dat ze bestond. Op den duur keek ze niet eens meer naar de beelden van de handycam: Designated Survivor ging op fullscreen, de voetjes op het bureau en de Privé open op schoot. Dat is pas genieten. Een maand later zat Toos er nog. Inmiddels was er een koelkast met een lunchbuffet en een klein formaat biertapje bij gekomen op het genderneutrale toilet. Toos’ wereld leek compleet en ze zag op tegen haar pensioen, want wat moest je nu met al die vrije tijd?
Plotseling schrok Toos zich kapot! De deur van het genderneutrale toilet was opengevlogen en in de deuropening stond Gerrit jr. met zijn handen op zijn kruis te wiebelen, druk op zoek naar de dichtstbijzijnde mogelijkheid om een plasje te plegen. Toos voelde zich bekeken, en opgejaagd. Dit was de man die haar het leven zo vaak zo zuur had gemaakt en hij zou vast niet positief zijn over Toos’ werkwijze. Toos had niets te verliezen, wist ze, en schreeuwde het uit van woede: “Vieze vuile klootzak! Je hebt al zoveel van me afgepakt en nu kom je weer! Laat me met rust!” En ze duwde hem de gang op. Gerrit jr. plaste terplekke zichzelf en de hele vloer onder. “Hier is het laatste niet over gezegd Toos!” riep hij. En hij ging met tranen in zijn ogen weg, naar huis om zichzelf te verschonen.
Toos zat vol van de adrenaline. Het voelde ergens wel stoer, maar tegelijkertijd wist ze: “Ik ben er geweest!” Of toch niet? De handycam had namelijk alles op de gang opgenomen. Toen ze de beelden terugkeek zag ze een man die met zijn gulp in de aanslag een toilet opstormde en er vervolgens hardhandig uit werd gewerkt. “Vieze vuile klootzak! Je hebt al zoveel van me afgepakt en nu kom je weer! Laat me met rust!” “… and cut!” zei Toos hardop. Een uur later drukte ze op “Tweet verzenden”. De begeleidende tekst bij het filmpje luidde: “Directeur papierfabriek doetinchem bv randt medewerker aan op genderneutraal toilet. Medewerker vecht terug. #metoo” “Hoe 2017 wil je het hebben?” dacht Toos bij zichzelf.
Een dag later was Gerrit jr. vervangen door een interim-directeur. Die geloofde geen snars van de beschuldigingen op Twitter, maar tegelijkertijd durfde hij Toos niet eens aan te kijken, laat staan in de buurt komen van haar kantoor. Toos ging de dag na de overwinning weer naar haar werk. Ze nam plaats achter haar bureau en sloeg de Libelle open. Net toen ze dacht dat haar dag niet beter kon zag ze op pagina 5 een artikel met de kop: “Zitten is het nieuwe roken.” En zitten zou ze!