Categoriearchief: Verhalen

De klokken horen luiden..

Diep in de woestijn, ter hoogte van de mystieke stad ‘’Azraq Ash Shishan’’ treffen wij een zonderlinge man aan. Hij draagt een Jalaba versierd met felle blauwe kralen, en had een lange rossige baard die inmiddels de hoogte van zijn tepels had bereikt. Dit avontuur begon welgeteld 23 zonsopkomsten geleden; In de badhuizen van Tafilah kreeg Ali,  onder de invloed van opiumdampen, een visioen. In het visioen sprak de heilige Mohammed vrede zij met hem de volgende woorden: ‘’Vindt de klok en u zal beloond worden met 20 kamelen, een harem bestaande uit 50 maagden en bovenal; de beste opium waar zelfs de Iraanse Sjah Kavad de tweede zijn neus bij zou ophalen. Wees wel snel, want de klok tikt immer door!

Het was vooral het vooruitzicht van de opium wat Ali ertoe deed zetten zijn harem en 12 kinderen gedag te zeggen en zijn zoektocht te beginnen. Ali maakte er geen geheim van dat hij met enige regelmaat opium rookte. Voor hem was het geen gevaarlijk genotsmiddel, maar een manier om het grotere, het mooiere, de waarheid te bereiken. Ali was er heilig van overtuigd dat het onmogelijk was de waarheid te bereiken zonder het verstand uit te schakelen, en liep dan ook vaak onder de invloed rond.

Deze mooie tijden lagen nu echter al ver achter hem, zijn huidige omgeving bestond uit vooral veel zand, met af en toe een kleine oase; Lees: ‘’Fata Morgana’’. Ook waaide het zo hard dat zijn Jalaba hem niet kon beschermen tegen al het zand, en een grote bron van ergernis was dan ook het zand dat overal zat. ‘’Godzijdank dat ik besneden bent’’ dacht Ali…    Mijn voorouders, de druïden van Nablus hadden al door dat het ruige woestijn bestaan vrij onverenigbaar was met het hebben van een voorhuid. Een andere ergernis was de droogte en de hitte. Ali was al een tijd onderweg en als hij naar het landschap om zich heen keek leek het wel alsof hij op precies dezelfde plek was als een week geleden. ‘’Ach was ik maar een kameel’’ dacht Ali af en toe. Met twee van de grote bulten op mijn rug zou ik nooit dorst hebben!

Plots doemde er in de verte een gele paal op. Ali kwam dichterbij en constateerde dat het een ANWB-praatpaal was waarmee hij contact kon leggen met het magische orakel van Achaemenes van Babylonië. Hij gooide er zoals aangegeven 1 sjekkel in en nadat hij binnensmonds vloekte gezien het feit dat hiermee het voortbestaan van het jodendom financierde, legde Ali zijn oor bij het vervallen luidsprekertje van de paal. Plots viel hem het witte kleine bordje naast de paal op: ‘’Alleen voor moslims’’ stond er. Ali citeerde Al Fatiya, de eerste soera van de Koran. En het magische orakel van Achaemenes van Babylonië constateerde voldaan dat het hier toch echt een moslim betreft. ‘’Beste heer Achaemenes’’. ‘’U heeft het woord’’ onderbrak een schrille stem. Ali keek verbaasd; dankuwel voor het woord mijnheer Achaemenes, geachte mijnheer Achaemenes.

‘’Ik loop hier al zo lang door de woestijn, te zoeken en te zoeken. En de klok, die tikt maar door. En ik ben zo dorstig mijnheer Achaemenes, en ik heb al weken niet meer kunnen waterpijpen.’’ Het orakel sprak: ‘’Alleen de sterksten zullen overleven, een tocht als deze is niet bestemd voor miemelaars. Zoekt en gij zult vinden’’ ‘’Hier heb ik echt geen moer aan’’ dacht Ali. ‘’Alstublieft mijnheer, waar vind ik de tempel?’’ Even dacht Ali dat hij zijn doekoes had vergooid maar toen antwoorde het mirakel: ‘’ Bij de tweede fata morgana rechtsaf’’

Het mirakel had gelijk… Ali bereikte de tempel en liep de grote trap op. De muren waren bedekt met oude Perzische tapijten. Een zoete geur betrad zijn neus, wierook? Een oud uitziende man met grijze haren en wat rode oogjes kwam op hem af geslopen. Hij stelde zich voor als de klokkendokter, hij zou Ali opnemen in de tempel en hem bijstaan met zijn zoektocht. Hij was een gepassioneerd man die als missie had om alle klokken ter wereld gelijk te stellen. Dit ging niet zomaar, gelukkig beschikte de klokkendokter over genoeg uit Afrika geïmporteerde slaven om dit proces te versnellen. Ali kon zich echter niet vinden in het personeelsbeleid van de klokkendokter, maakte hem uit voor neokoloniale racist en ging terug naar huis.

VSFSW

Droeftoeter

(door: KKS)

Peinzend, zat ik op de bank voor mij uit te staren. Het weer was behaaglijk; het leek even of de koe op het grasveld een telepathische connectie had met mijn geest, aangezien zij plots op de grond zakte, haar kop over het koude, schaduwende gras bewoog. De bank waarop ik had plaatsgenomen, had een beige kleur, opgefleurd door groene kussens met een rozenprint. Mijn vrouw was uit huis vertrokken en nadat zij mij een droge kus op de wang had gedrukt, was het gehele huis geserveerd voor mij en mijn peinzen. Het kalf was tegen haar moeder aan gaan zitten. Roerloos lag het kroost met haar ouder de verkoeling die de schaduw bood in te nemen, gelijk als ik de geesten van het verleden geschapen door het peinzen van mijn geest aan het innemen was. Eén der geesten betaste met haar vingertoppen mijn gelaat, de aanwezigheid en het betasten van die éne geest overrompelde mijn staat van rust, zorgend voor het wijd opentrekken van mijn yeux. De hand van de geest verwikte zich bovenwaarts, mijn wijd-gesperde ogen benaderend als de kwast van een amateurschilder die het doek benadert om zijn signatuur op het doek te plaatsen. De vingertoppen naderden mijn oogleden, nog geen tel later moveerde de koude materie ze neerwaarts. De geest had mij bemachtigd en nam mij mee naar mijn verleden.  Lees verder Droeftoeter

Hunkering

(Door: SJMdB)

Zijn vader was een verschrikkelijk fatsoensmens, “Savoir vivre” was zijn motto en dat betekende dat je je moest houden aan allerlei extreme regels. Alles, maar dan ook echt alles moest gematigd volgens hem. “Overdaad schaadt, alles waar je “te” voor kunt zetten, daar moet je mee uitkijken. Een gematigd leven is een welleven mijn kleine Nico”, zei hij altijd, en hij zorgde er dan ook voor dat kleine Nico altijd nét niet kreeg wat zijn kleine hartje begeerde, eigenlijk van alles altijd wel íets te kort kwam en zo elke avond met een onvoldaan, onverzadigd en een ontevreden, onbevredigd gevoel naar bed ging, om de volgende ochtend, net iets voor voldoende slaap te hebben gehad, gewekt te worden om weer een dag te spenderen in de saaie sleur van zijn sobere Spartaanse opvoeding.

Het strenge regime van zijn vader en hun gezamenlijke monnikenbestaan leidde zo tot een bijna religieuze gematigdheid en het was dan ook juist deze structurele geestelijke en fysieke ondervoedingsopvoeding, die averechts werkte en had geleid tot een voor Nico onverklaarbare, onbewuste bijna metafysisch continue drang naar meer, een zin in overvloed – een zin in een eindeloze zondvloed van zonden, maar werd in toom gehouden door zijn vaders fatsoen.

Dat Nico’s hunkering daarnaast ook een overduidelijke nature-oorzakelijke kant had wist Nico zelf niet, zijn vader praatte nooit echt over zijn moeder, hoogstwaarschijnlijk uit gêne. Het enige wat Nico wel wist was dat ze was overleden bij zijn geboorte. Nico’s ouders hadden een tijdje een gelukkig bestaan geleden, voor zover dat kon volgens hun gedeelde minimalistische ethos. Zij, dochter van een simpele boerenfamilie, en hij, zoon van een simpel arbeidersgezin, wisten vanaf het moment dat ze elkaar ontmoetten dat ze elkaar perfect aanvulden in het voldoening halen uit onvoldoende volledigheid. Het woordje “te” kwam bij hen thuis niet voor. Hun gematigd gelukkig huwelijk had zo een paar jaar vroom voortgekabbeld, maar dat had een forse wending genomen op het moment dat kleine Nico, nog maar een paar cellig groot organismetje, invloed begon uit te oefenen op de hormoonhuishouding van zijn moeder. Lees verder Hunkering

Vier Muren

(Door: CT)

Een steek uit het verleden, niet direct herleidbaar of tastbaar, maar niet te meer aanwezig. Te snel om te omvatten, maar lang genoeg voor bewustwording, als wakker wordend van een intense droom, die er was maar niet is en des te meer je erover gaan denken des te verder het valt in vergetelheid. Verstijft met drie vingertoppen op de koude gouden knop, geoxideerd door de tand der tijd en vele bezwete handen.

De pijn van vroeger smaakt bitter op de tong, terwijl de hand zich terugtrekt. Omkijkend wordt het oog minder belast dan vroeger, de hersenen des te meer. In de schemering is weinig te onderscheiden en is de schim van het verleden bijna een beter referentiekader dan de directe waarnemingen. Vier gelijke muren, op gelijke afstand, opgetrokken met een onmenselijke precisie.

De kamer was ooit aan hem geopenbaard. Vol vreugde en belangstelling had hij de kamer betreden, nadat zijn nieuwsgierigheid het van zijn angst gewonnen had. De kamer leek een oase van rust en eigenheid. Met het sluiten van de deur werd de wereld achter hem afgeschermd, eenzaamheid in gezelschap gedistilleerd tot zijn puurste vorm. Eenzaam en vredig als een arend in de hoogste boom, als een dode in zijn graf. Lees verder Vier Muren

Moleculaire deconstructie van het bruine goud

(Door: FB)

In een harde straal, duizenden deeltjes vliegen naar beneden. Veel een geheel vormend ondanks dat er innerlijke wanorde heerst, van elkaar ketsend maar ook getrokken tot het grotere geheel. Een enkeling, als druppels bevrijd van de trekkende groepsdruk van de straal, vliegend door leegte die ze dan bereiken. De straal spat uiteen in vele groepen tegen een hard oppervlak. Elk deeltje vliegend door een enorme ruimte, tot ze wanden raken, maar nooit een moment van rust. Want naar beneden getrokken worden ze, terug naar het oppervlak, alsmaar versnellend. Een deel spat niet weg, maar wordt door de kracht van de straal alsnog naar beneden geduwd, tegen het harde oppervlak en blijven daar, wachtend in de krioelende menigte, alsmaar bewegend, nooit eens rust. De straal verdwijnt. Laatste deeltjes vallen met rust de nu enorme menigte in en verdwijnen snel in het grote geheel. Een schijn van rust is te zien, rust met een onderliggende wanorde. Lees verder Moleculaire deconstructie van het bruine goud

Boeken lezen op Twitter is zoveel makkelijker

(Door: MHRV)

Jane Austen – ‘Pride and Prejudice’
     Lizzie schendt Safe Space van zalig patriarchaal Engeland (jr Y2K-200). Knor Darcy #toffepik opgescheept met soort gênante emancipatie avant-la-lettre.

Ernest Hemingway – ‘The Sun also rises’
   Lost generation, major buzzkill. Iedereen behoorlijk depri. Generatie is nog steeds lost.Hemingway

George Orwell – ‘1984’
   Big Brother’s watching you. Verliezer moet 24uur met TerrorJaap in @PunishmentRoom101. Verder InPrivate-mode stuk. Vriend van Beekman blijkt tóch Beekman.

Het hele oeuvre van Jan Wolkers
    Preutse lezers kunnen beter Terug naar Oegstgeest, want alles moet per se naakt, maar met lijp veel okselhaar #OerHollands.

Edward Albee – ‘Who’s afraid of Virginia Woolf?’
    George en Martha hebben dikke fittie. PS Dit boek gaat helemaal niet over Virginia Woolf.

Herman Melville – ‘Moby Dick’
    Man vs. Whale. Whale wins.

J.R.R. Tolkien – ‘Lord of the Rings’
    Frodo’s IQ zuigt apenballen. Wordt gered door mega-adelaar, maar gaat liever kuteind lopen ipv ff die vogel vragen door te vliegen.

Homerus – ‘Odyssey’
    Oorlog eindelijk voorbij, mooie tijd om naar huis te gaan. Duurt facking lang, daarna iedereen gepowned door hoofdpersoon. Iedereen = dood. Einde.

Schrodingers gesprek

(Door: RPdD)

Oppermachtigheid. Het idee dat je je hele leven kan besturen. Niet alleen je eigen leven, maar misschien ook wel HET leven. Dit idee zit ergens in ons geplant als iets dat mogelijk is, maar wat houdt het allemaal in? In principe is het een wens tot het worden van een Godheid, een Messias, maar dan…… voor jezelf.

Je zou dan precies weten welke stap welk gevolg heeft en weet hoeveel parallelle universa worden gecreëerd met iedere keuze.

De aporische vraag: ”Hoe bereik je pure rationaliteit?”

Zal door jou gewoon beantwoord kunnen worden en op fonetisch en grammaticaal gebied weet je precies wat voor gevolgen je woorden hebben. Jij bent de foneticus! Lees verder Schrodingers gesprek

“Zitten is het nieuwe roken”

(Door: DO)
“De toiletten? Aan het einde van de gang linksaf.”Zitten_roken

Toos was net lekker in het tweede seizoen van Designated Survivor gedoken toen ze weer eens met een domme vraag werd afgeleid. De WC moest ‘ie hebben. Vraag dan niks! Er hingen bordjes met pijlen, en mannetjes, en vrouwtjes, en een rolstoel, en zo’n figuur met een halve jurk want dat moest tegenwoordig. De komst van de half gejurkte pleefiguur was voor Toos een historische mijlpaal geweest. Niet omdat ze zelf transgender was (of een van de andere varianten uit de L.G.B.T.Q.I.A.S.P.-reeks), maar omdat dit een van de zeldzame momenten was dat ze daadwerkelijk werd geconfronteerd met maatschappelijke verandering.

Sinds 1978 werkte ze als receptioniste bij Papierfabriek Doetinchem B.V. En in die 39 jaar had ze heel weinig meegemaakt. De Iraanse Revolutie, de Falklandoorlog, de val van de Berlijnse muur, de val van Srebrenica, de val van de Twin Towers: niets van dit alles had ze zich aangetrokken. Irritant vond ze het, dat alle tv-uitzendingen bij zo’n gebeurtenis werden gedomineerd door het nieuws. Vanwege 9/11 had ze die dag GTST niet kunnen zien, wat haar ergerde omdat het weleens tijd werd dat Ludo en Janine gingen trouwen (het was immers 2001). De grote voordelen van het heden vond ze de abonnementen die ze had op Netflix, HBO, Amazon Prime en YouTube Red. Abonnementskosten: €46,- per maand voor het totale pakket. Maar voor dat geld had ze ook wel dichtgetimmerd dat ze helemaal niets van de buitenwereld hoefde te horen. Lees verder “Zitten is het nieuwe roken”

“Een Mooie Zonsondergang”

(door: NK)
Terwijl hij de deur van de trein uit het afstapje nam het perron op, stootte een haastige medereiziger hem lichtjes tegen de schouder, en dat stootte hem tegen de borst. Het was niet een zware stoot en ze was naar alle redelijke waarschijnlijkheid niet met opzet uitgedeeld, maar hij moest de moeite nemen zichzelf te stabiliseren -een kort moment van wankeling waarin hij best op het koude steen had kunnen belanden- alvorens op zijn eigen tempo door te kunnen bestaan.

In ieder geval, eenmaal hersteld liep hij door, na afgeleid een gehavende man 2 euro te geven op zijn verzoek, waarop deze zwijgend afdroop, zonder reactie. Buiten bleek de bus nog drie kwartier op zich te laten wachten; hij zag de vorige net weg rijden, hij wisselde nog een kort oogcontact met de buschauffeur, maar de buschauffeur niet met hem. Hij besloot de tijd te benutten door het halen van een kop koffie. Hij wilde er ook iets te eten bijhalen maar leerde dat min de twee zojuist gul gedoneerde euro’s hij exact 3 cent te kort kwam voor het simpelste broodje. Met alleen het kopje koffie in zijn ene en het gebrek aan een broodje in zijn andere hand liep hij weer richting de uitgang toen zijn blik vanuit zijn ooghoek gevangen werd door de gehavende man. Hij draaide net op tijd zijn hoofd bij om hem de twee euro in de fontein in het midden van de hal te zien gooien, waarop de man zijn gevlekte spijkerbroek opende en vrolijk en ongedwongen zijn urine met een sterke boog in het bassin kwijtte. Eenmaal uitgeplast begon de man met een tevreden grijns te masturberen. Lees verder “Een Mooie Zonsondergang”